VIII. KRINGLOOP

mijnbouw is dat niet een gulzig
schachtengraven tot op
onbegrijpelijke diepte flinters
krabbelen en eindeloos naar boven wurmen

van meestal vrij nutteloos materiaal
geen schaarste geen verwerking
geen beheer

er vormen zich hoopjes
heuvels hele bergen nauwkeurig
naar telkens andere kriteria
die met gezonde tegenzin
althans kosmogonisch –

het onherleidbaar samenvallen hier
van weergave en werkelijkheid
(schepping met schepping)

te duiden zijn:

een matte glans hebbend
derdendaags
min of meer rollend
betrekking hebbend op slijtage (grof)
idem (fijn)
heet geweest
per kleur, tenminste
dat denken ze

vermoeden we

vrij snel daarna
begint het te begroeien, zo vaak
is alles al vergeten