I. EERSTE KENNISMAKING

dat zijn hele krieuweltjes
doen het goed met buikpijn
in de gloria hun mechaniekjes
in elkaar geschroefd van ongemak
felle kleuren met hun sprieten
met hun schildjes met hun
hun gelakte frakjes rustig maar
omdat ze alles vergeten dus altijd
elkaar de hele dag weer
tegenkomen: goeiedag! goeiedag!
gaan zingen als er dus bijvoorbeeld
helemaal niks te zingen valt

er hoort een landschap bij dat is
moeilijk vereist
zo’n soort ruimte met dingetjes
en beplanting zover

waren ze nog niet reden toen nog
rondjes in het rond om reden
van beweging stop
beweging dat was
wat ze konden